maandag 5 november 2007

Uit mijn preek van vanochtend

‘(...) Steek je handen maar even op. Ik zie Hanneke. Ik zie Kees. Ik zie Henk. En ik zie Jolanda. Als jullie met z’n vieren nu even dat bandje gaan ophalen uit de pastorie. Dat bandje ligt op de tafel van mijn studeervertrek. Dat is de kamer met al die boeken erin. En het bandje zit in een wit doosje, en óp dat witte doosje ligt een zakje drop. Daar mogen jullie wel wat uit nemen. Maar dat witte doosje, dat moeten jullie even brengen. Wat vroeg je, Hanneke? Wat voor sóórt drop? Het zijn jujubes, ontzettend lekker! Maar je mag ook best een appel of een banaan nemen. Die liggen naast dat witte doosje, dat jullie dus mee moeten nemen. Vort, kinderen! Rennen! Organist, mag ik een vrolijk stukje Bach of Vivaldi of zoiets?’

‘Daar zijn ze. Kom maar even hier, Jolanda. Dank je wel. Een donderend applaus voor Jolanda! Voor Kees! Voor Henk! En voor Hanneke! U gaat nu horen wat de directe aanleiding was voor de scheuring, dames en heren. U kent mijn stem. De andere stem is van de heer Zeegers, vicaris-generaal van het bisdom Haarlem. Gisteravond, zeven uur. Daar komt hij.’

‘U heeft het gehoord. Normaal is het zo dat een kapelaan keurig naar zo’n man toegaat. Je bent gehoorzaamheid verschuldigd, enzovoorts. Ik ben een andere kapelaan, ik ben alleen gehoorzaamheid verschuldigd aan ú. Nou moet u niet gaan applaudisseren, mensen, dat is helemaal niet nodig. Echt helemaal niet nodig. Echt niet. Stoppen. Stoppen. Nou goed dan, ik buig voor u, en dan moet het over zijn.’

‘Een Onafhankelijke Katholiek mag alles geloven. Alles. Een Onafhankelijke Katholiek neemt de dingen echter niet zo serieus! Neem die Wonderbaarlijke Visvermenigvuldiging uit de Bijbel. Dat geloven wij toch niet letterlijk! Wel zijn er in de loop van de eeuwen mooie schilderijen van gemaakt, en die schilderijen geloof ik zeker wél.’

‘Deze parochie blijft dus gewoon bestaan, hij gaat alleen anders heten, maar met één groot verschil: de dames komen erbij! Dus. Ik zoek zes misdienaressen. En ik zoek een opvolgster voor mij. Een nieuwe kapelaan, of die gaat dan kapelaanse heten. En ik heb al gebeld met je, Alicia. Je hebt ja gezegd. Alicia, sta eens op. EEN DÓNDEREND APPLAUS VOOR UW VOLGENDE KAPELAANSE!!!’

‘Natuurlijk word ik ook uit het kerkenblaadje gedonderd. Daar mag ik niet meer in schrijven, maar daar is wat op gevonden. Als u straks bij het weggaan uit deze kerk uw email adres achterlaat, dan krijgt u mijn site ‘Uw kapelaan’, hoe u dat in uw bookmarks moet zetten enzovoorts. Dan kunt u toch elke dag lezen wat uw kardinaal ervan vindt. En u kunt reageren op mijn stukjes. Ik heb gezegd! Het is vreselijk beleefd dat u in zo groten getale bent opgekomen, beste mensen. Het was fantastisch. Ik dank u. Ik dank u hartelijk. Ja, nu mag u klappen. Dank u. Dank u. Dank u voor uw vertrouwen. Dat is wederzijds. Dank u. Dank u. Ik krijg er vochtige ogen van. Ik ben alleen uw herder maar.’

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Dag kapelaan.
Ik heb twee jubiejubes en één appel genomen, maar Kees die heeft wel twéé bananen genomen! Maar ik blijf toch verliefd op Kees. Niks aan te doen. Ik ben ook verliefd op Henk. En op Jeroen. Nee, niet op Jeroen. En op Marlies, maar die is nou verkouden. Mijn moeder zegt dat u zo zweervol is in de kerk.

Ben Hoogeboom zei

Je moeder heeft het goede geloof te pakken. Zeg haar dat maar.